Old SMARD Old
Transcript:
Het SMARD project is een onderzoek met smartphones waarin wij twee dingen proberen te doen: We proberen in de eerste plaats mensen sneller op de hoogte te brengen dat ze mogelijk weer terugvallen bij het hebben van een depressie, want dat gebeurt helaas heel vaak. In tweede instantie proberen we met games en oefeningen via een smartphone mensen meer weerbaar te maken tegen de depressie. Het is een onderzoeksproject, dus het is een door de Hersenstichting gefinancierd onderzoek waarin wij dus met geld van de Hersenstichting nu aan het uitzoeken zijn of dat mogelijk is en of dat ook invloed heeft op het terugvallen in een depressie. Nou wat een probleem is, is dat mensen met terugkerende depressies vaak heel laat doorhebben dat ze weer aan het afglijden zijn, en dan gaat het heel hard, en dan kom je weer in zo'n een nieuwe depressie terecht. Dat is heel ellendig voor patiënten, maar ook voor mensen om hen heen. Wat we dus willen met deze app is eerder, vroegtijdig opmerken dat iemand weer dreigt af te glijden dus liefst voordat het al helemaal gebeurd is. Dan kunnen we misschien ook eerder ingrijpen zodat we kunnen zorgen dat iemand niet helemaal van die glijbaan af gaat maar juist eerder stopt, en dat we ook hopelijk niet die ernstige recidieve depressies terugkrijgen. Dat zou een enorme verbetering zijn. De AI kanten van dit project zitten vooral in de eerste app, de app die dus moet opmerken of mensen dreigen terug te vallen. Waar we dan gebruik van maken is de BeHapp app. Dat is een app die is ontwikkeld door Martien Kas en Jacob Vorstman, waarmee we ook intensief samenwerken bij de Rijksuniversiteit Groningen. Wat BeHapp doet is eigenlijk 24 uur per dag kijken wat je met je smartphone doet, het levert dan heel veel data op over gebruik van die telefoon, over waar je naartoe gaat, over hoe vaak je belt of appt, of iets opzoekt. Daarmee creëren we een soort profiel van hoe het met iemand gaat als het goed gaat, en wat we dan met AI willen doen, en dan gebruiken waarschijnlijk een vorm van anomaly detection, is dat we dan in dat patroon van normaal gebruik willen kijken of daar iets in verandert zodat je kan zeggen: "Hé, dit is gekoppeld aan een verandering die we zien bij iemand die opnieuw depressief wordt." Van alle mensen die dus mee doen met het onderzoek, meten we met BeHapp het gedrag en hoe ze een smartphone gebruiken en los daarvan vragen we ze elke drie maanden: "Hoe gaat het met je?" Ben je opnieuw somber geworden of niet? Die twee gegevensstromen gaan we aan elkaar koppelen om juist te kunnen zeggen: "Hé, dit is een signaal dat we oppikken bij die persoon om te kunnen zeggen van: "Hé gaat niet goed met die persoon, moeten ze niet eens eventjes met de dokter gaan praten?"" Mijn onderzoek laat zien dat mensen eigenlijk heel erg geneigd zijn om deze app te accepteren en te willen meewerken aan deze studie. Uiteindelijk regelen we natuurlijk heel goed dat de privacy gevoeligheid van deze data, dat die ook heel goed wordt afgeschermd. Het is niet zo dat je gegevens op straat liggen. Als je dat goed aan mensen uitlegt dan is er misschien één op de honderd die het toch wel een beetje te spannend vindt. De rest van de mensen, die zien de meerwaarde ervan, die willen heel graag meedoen omdat ze snappen dat het voorkomen van zo'n depressie en het verminderen van je kwetsbaarheid om depressief te worden ontzettend belangrijk is. Ik denk uiteindelijk hè, maar goed, we moeten eerst aantonen dat het werkt. Maar als het werkt, dan zou je kunnen zeggen van goh, dit is iets wat een extra service wordt waar iemand die in behandeling is bij een psychiater, of psycholoog of bij een huisarts, die kwetsbaar is om vaker depressief te worden, dat als die persoon of zijn behandelaar weet dat deze app er is en dat dit kan helpen, dat we dan een soort platform maken of een soort interface op het internet waar je je kan inschrijven. Nou, dan moeten we kijken of we daar nog wat extra gegevens van iemand verzamelen bijvoorbeeld: Heeft iemand een behandelaar?, en vindt hij het ook goed dat zo'n behandelaar dan ingelicht wordt. Het mooiste is natuurlijk als je het samen doet, als psychiater én patiënt. Ik denk dat je idee van zelfmanagement helemaal perfect is, dit is een tool waarmee je zelfmanagement kan doen zonder dat je er heel veel zelf voor hoeft te doen, maar je doet het wel zelf. Want je geeft jezelf op voor zo'n monitoring. Het grappige is, we hebben wel al focusgroepen gedaan om te kijken: "Is dat acceptabel voor mensen?" Mensen met recidiverende depressies, dus die dat vaker hebben gehad, die zeggen: "Prima, doe maar. Want ik wil dit nooit meer. Het is heel erg als ik depressief wordt en ik vind het helemaal niet erg zolang jullie ervoor zorgen dat die data niet bij iedereen terecht komen." En dat doen we, we hebben het heel netjes keurig via allerlei ICE normen en allemaal veiligheidskeurmerken gewoon keurig geregeld. "Als je die data, als je mij daarmee kan helpen om mij eerder te waarschuwen dat het misschien weer de verkeerde kant op gaat. Dan vind ik dat ontzettend belangrijk." En dan, als dit werkt, dan zou dit een tool kunnen zijn waar mensen zich op moeten gaan inschrijven samen met hun behandelaar en dat je dan samen ook een berichtje zou krijgen van: "Goh, let even op, gaat het wel goed? Kijk even samen.".