Model: detecteren, interpreteren, handelen
In deze video legt Inge Molenaar (Nationaal OnderwijsLab AI, Radboud Universiteit) uit hoe artificiële intelligentie werkt.
Transcript:
Deze cursus heet AI in het onderwijs, en we hebben het dan over artificiële intelligentie ofwel kunstmatige intelligentie en de toepassing daarvan in het onderwijs. Vandaag de dag zien we al best veel intelligente leermiddelen in scholen voorkomen en wellicht kent u ze ook. Bijvoorbeeld Snappet en Gynzy in het basisonderwijs, of Learnbeat en Better Marks in het middelbaar onderwijs. Deze leermiddelen hebben al een zekere mate van intelligentie en gebruiken dus aan de achterkant artificiële intelligentie om aanpassingen te maken aan het niveau van de leerling. Nou, hoe werkt artificiële intelligentie? Het is heel handig om dan te denken aan drie stappen: detecteren, interpreteren en handelen. Artificiële intelligentie moet zicht krijgen op de omgeving van de leerling en de leerkracht. Dat doet hij door data te verzamelen over die omgeving. Dat noemen we de stap detecteren. Dus het is belangrijk als je over AI praat dat u weet welke datastroom ook daadwerkelijk gebruikt wordt in het leermiddel of in de module. Vervolgens gaat de artificiële intelligentie die data interpreteren. Dan gaat het op zoek naar bepaalde handelingen die belangrijk zijn voor het leergedrag van leerlingen of voor het gedrag van de leerkracht in de klas. Zoals bijvoorbeeld de kennis van de leerlingen in kaart brengen, de motivatie van de leerling, of de emotie. Dat gebeurt in die interpreteer stap. De laatste stap is handelen, en dat is eigenlijk de moeilijkste stap. Op dat moment moet artificiële intelligentie gaan bepalen hoe de informatie die die geïnterpreteerd heeft ook omgezet kan worden in pedagogisch-didactische handelingen die aansluiten bij die context. En dat is de laatste stap van artificiële intelligentie. .